Grote bedrijven hebben veel opslag nodig voor alle gegevens die ze nodig hebben, maar het moet ook makkelijk toegankelijk zijn. Daarom gebruiken ze Servers. Net als een computer hebben servers internetkabels nodig. Vaak worden hiervoor CAT6 of CAT7 kabels gebruikt.
Een server kan bestaan uit een computer of een programma die een of meerdere diensten levert aan een bedrijf. Als de server bestaat uit een computer kunnen er verschillende combinaties worden gekozen door bedrijven.
• Dedicated server: 1 serverprogramma op een computer, Vaak gebruikt voor taken die veel resources vragen, bijvoorbeeld een database
• Clustered server: verschillende computers die een serverprogramma draaien. Vaak gebruikt om veel clients tegelijk kunnen te bedienen
• Server die meer dan 1 serverprogramma’s draait. Bijna altijd een UNIX systeem
• Computer die client- en servertaken vervult
• Cloud server: vormt een soort van wolk met alle gekoppelde computers. Gebruikers weten niet op hoeveel computers de software wordt gedraaid
Een fysieke server bestaat vaak uit bijna dezelfde Hardware als een normale computer:
• Voeding: zelfde voeding als de computer (ATX-voeding) kan een tweede voeding bijzitten als back-up
• Geheugen: Meestal word EC-geheugen gebruikt wat gepaard gaat met veel RAM geheugen
• Processor: Servers hebben speciale processoren zoals de Intel Xeon processor.
• Harde schijf: Tegenwoordig steeds vaker SSD’s, of HDD met 10.000 of 15.000RPM
• Moederbord: Groter dan een normaal ATX MoBo zodat er meer geheugen in kan.
• Behuizing: Tegenwoordig steeds vaker serverrack waar de serverbehuizing snel in en uit gehaald kan worden. Meer servers per vierkante meter.